De stembussen zijn inmiddels gesloten en de stemmen zijn geteld. Wat gebeurt er daarna?

Ondertussen, zitten ze bij de Provincie niet stil. Voorbereidingen om de nieuwe Statenleden te ontvangen en de oude uit te zwaaien zijn in volle gang.

Afscheid en welkom

Na maanden van verkiezingen voorbereiden, bereiden ze ons nu voor op een goed ontvangst van de nieuwe gekozen leden van Provinciale Staten. Op 28 maart 2023 nemen ze afscheid van de huidige leden van Provinciale Staten. Op 29 maart 2023 worden de nieuwe leden van Provinciale Staten geïnstalleerd. Over zowel het afscheid als het welkom zullen ze tijdig communiceren. Op de website van de Provincie staat straks alle informatie over de nieuwe leden van Provinciale Staten.

Eerste Kamerleden kiezen

Niet alleen kiezen de nieuwe leden van de Provinciale Staten straks het nieuwe dagelijks provinciebestuur, ook kiezen zij de nieuwe Eerste Kamerleden. Dat doen de Statenleden op dinsdag 30 mei 2023, zo’n drie maanden na de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart 2023. Indirect hebben burgers dus via de gekozen Provinciale Staten invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer.

Dagelijks provinciebestuur kiezen

Vervolgens start het formatieproces van het nieuwe dagelijks Limburgs provinciebestuur, de Gedeputeerde Staten. In Limburg zal dit bestuur bestaan uit maximaal zeven personen, gekozen door de leden van Provinciale Staten. Uit welke partijen de gekozen bestuursleden komen is afhankelijk van de partijen die in de formatie komen. Elk bestuurslid heeft straks zijn of haar eigen takenpakket, maar beslissingen nemen Gedeputeerde Staten samen. Zij zijn ook samen verantwoordelijk voor hun taken.

Bestuur Gedeputeerde Staten

Bij het bestuur horen ook een provinciesecretaris en de gouverneur. Deze worden niet gekozen door de leden van Provinciale Staten. Een gouverneur, oftewel de Commissaris van de Koning (CdK), wordt één keer in de zes jaar benoemd door de Koning. De CdK is de voorzitter van het bestuur. De provinciesecretaris, de algemeen directeur van de Provincie, ondersteunt de voorzitter en het bestuur. De directie van de Provincie gaat over zaken als personeel en organisatie.

Formatieproces

Het vormen van een formatie - een samenstelling van politieke partijen - wordt gedaan door een informateur en een formateur. De informateur voert verkennende gesprekken met de politieke partijen. Wie zou met wie kunnen samenwerken en willen zij eventueel onderdeel uitmaken van het college van Gedeputeerde Staten? Als dat allemaal bekend is, gaat een formateur aan de slag met het samenstellen van een bestuur. Dit proces kan enkele weken tot zelfs enkele maanden in beslag nemen. Via de website en social media kanalen van de Provincie Limburg houden zij u op de hoogte van dit proces.

Natuurorganisaties vragen om rust in de Kraamkamer van Moeder Natuur.

Na een zachte winter zijn de eerste lentebodes al volop te zien: de paddentrek is begonnen, de lentebloemen zijn volop in bloei en vogels maken zich op voor het broedseizoen. De toegenomen voorjaarsdrukte en publieke interesse in de natuur kan tijdens het broedseizoen voor problemen zorgen. De gezamenlijke natuurorganisaties waaronder Het Limburgs Landschap vragen bezoekers daarom om rekening te houden met kwetsbare dieren in natuurgebieden.

De laatste jaren hebben veel mensen de natuur herontdekt. Iedereen is hier natuurlijk van harte welkom, maar bedenk dat we als mensen te gast zijn in ‘het thuis’ van planten en dieren. Vooral in het voorjaar is de kraamkamer van Moeder Natuur kwetsbaar. Helaas zien we nog te vaak honden loslopen in natuurgebieden waar dat niet mag. Dat zorgt voor verstoring van bijvoorbeeld vogels die op de grond broeden of van reekalfjes die dan nog erg kwetsbaar zijn. Daarom is het juist nu, in het broedseizoen, extra belangrijk om honden aan de lijn te houden en op de paden te blijven.

Op kraamvisite

Wie op kraamvisite gaat, weet dat rust, hygiëne en een beetje afstand belangrijk zijn voor een kersvers gezin. De kraamkamers van Moeder Natuur vragen om exact hetzelfde. In veel gebieden van Het Limburgs Landschap hangen daarom sinds deze week borden met de tekst ‘Welkom in de kraamkamer van Moeder Natuur’. De terreinbeheerorganisatie wil hiermee bezoekers verwelkomen en tegelijkertijd wijzen op de kwetsbaarheid van de plek waar ze zijn en vraagt bezoekers dan ook respectvol met de kraamkamers om te gaan: blijf op de paden, honden aan de lijn, laat geen afval achter.

Natuur is open

De meeste wandelpaden zijn zo aangelegd dat er voldoende rustgebied overblijft waar wilde dieren zich kunnen terugtrekken en tegelijkertijd genoeg ruimte overblijft voor wandelaars, fietsers en ruiters om van de natuur te genieten. Geniet van de natuur, maar betreed het thuis van de dieren en planten met respect. Het broedseizoen duurt formeel van 15 maart tot 15 juli.

OTTO Health Care en Universitas Pelita Harapan sluiten een exclusieve overeenkomst om Indonesische verpleegkundigen gedurende maximaal 5 jaar in Nederland te laten werken.

Daarna keren ze weer terug naar een van de aan de universiteit gelieerde ziekenhuizen in Indonesië. Dit initiatief heeft de steun van de Indonesische overheid. Door deze ‘circulaire arbeidsmigratie’ ligt de focus niet alleen op de toegevoegde waarde voor ons land, maar ook op de meerwaarde voor de betrokken verpleegkundigen en het land van herkomst.

De Universitas Pelita Harapan (UPH) is een vooraanstaande, christelijke universiteit met een grote medische faculteit. Jaarlijks behalen 400 studenten er een Bachelor of Nursing diploma, waarna ze kunnen doorstromen naar een van de 41 ziekenhuizen of 60 klinieken van de aan UPH verbonden Siloam ziekenhuisgroep. De werkloosheid onder Indonesische verpleegkundigen is ongeveer 30% en ook daarom moedigt de Indonesische overheid tijdelijk werken in het buitenland sterk aan. UPH heeft al overeenkomsten met Amerikaanse ziekenhuizen. Door de samenwerkingsovereenkomst met OTTO Health Care richt de Indonesische universiteit zich nu voor het eerst ook op Europa.

OTTO Health Care werd begin 2022 opgericht om het snelgroeiende tekort aan zorgmedewerkers in Nederland aan te pakken. Het bedrijf heeft inmiddels samenwerkingsovereenkomsten met de ziekenhuizen Cardinal Santos en St. Luke’s in de Filipijnen en er werken inmiddels ruim 30 Filipijnse en Indonesische verpleegkundigen in Haaglanden Medisch Centrum en Zuyderland Medisch Centrum. De afgelopen maanden bracht OTTO Health Care diverse bezoeken aan Indonesië, samen met vertegenwoordigers van vijf Nederlandse ziekenhuizen. Daarbij werd ook met drie ministers gesproken, waardoor het belang van deze circulaire arbeidsmigratie ook door de Indonesische overheid wordt benadrukt. Vertegenwoordigers Universitas Pelita Harapan en de Siloam ziekenhuisgroep brengen over enkele maanden een bezoek aan ons land om verder kennis te maken met de deelnemende Nederlandse ziekenhuizen.

De Universitas Pelita Harapan en de Siloam-ziekenhuizen gaan Nederlandse taal- en cultuurlessen aanbieden, zodat voor het werk in ons land geselecteerde verpleegkundigen de taal, cultuur en het zorgsysteem machtig worden. Zodra de Indonesische zorgprofessionals klaar zijn voor hun komst naar Europa tekenen zij een contract voor maximaal vijf jaar bij een Nederlands ziekenhuis. Na hun verblijf zullen zij weer aan de slag gaan in een Siloam ziekenhuis. OTTO Health Care verzorgt gedurende deze hele periode de begeleiding. Naar verwachting zullen de eerste Indonesische verpleegkundigen in de loop van 2024 in Nederland aan het werk kunnen.

Stephanie Riady, executive director Universitas Pelita Harapan: “Dit is de eerste samenwerkingsovereenkomst tussen onze organisatie en Europa. Wij zijn ervan overtuigd dat dit een win-win situatie wordt waarbij de gezondheidszorg in Nederland en in Indonesië zal profiteren. In OTTO Health Care hebben wij een professionele partner gevonden om dit uitdagende proces in goede banen te leiden.”

Frank van Gool, oprichter OTTO Health Care: “De zorg In Nederland dreigt vast te lopen en de inzet van goed opgeleide Aziatische verpleegkundigen is een onderdeel van de oplossing. Door de structurele samenwerking met UPH leveren we niet alleen een bijdrage aan de Nederlandse gezondheidszorg. De verpleegkundigen ontwikkelen zich professioneel en dat komt ook weer ten goede aan Indonesië. Dat maakt mij heel trots. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat we hiermee echt een volgende fase van arbeidsmigratie in Nederland markeren: functiegericht, gereguleerd en circulair.”

De vakbonden hebben een staking aangekondigd voor deze week en de komende tijd.

De treinen van Arriva in Limburg en in Gelderland (Achterhoek Rivierenland) rijden niet. Het bleek niet haalbaar om met het aantal werkwilligen een passende dienstregeling te rijden.

De treinen van Arriva in Friesland en Groningen en op de Vechtdallijnen (Drenthe/Overijssel) rijden vandaag wel. Dit geldt ook voor de snelbus tussen Groningen - Leer en de snelbus tussen Maastricht - Heerlen.

Busreizigers in alle regio’s moeten de hele dag rekening houden met rituitval van de bussen in meer of mindere mate. De actuele stand van zaken is terug te vinden in de reisplanners, deze worden continue bijgewerkt. De buurtbussen in alle regio’s rijden wel.

Raadpleeg de reisplanner.

https://www.arriva.nl/a/staking.htm

Arriva adviseert reizigers kort voorafgaand aan vertrek deze reisplanner te checken. Hierin staat namelijk de laatste stand van zaken over mogelijk vervallen ritten.

De vakbonden hebben voor de periode van 14 maart tot en met 7 april een flink aantal stakingsdagen aangekondigd in het regionaal openbaar vervoer. Het gaat om de volgende dagen:

Dinsdag 14 maart

Woensdag 15 maart

Maandag 20 maart

Woensdag 22 maart

Vrijdag 24 maart

Woensdag 29 maart

Donderdag 30 maart

Maandag 3 april

Woensdag 5 april

Vrijdag 7 april

Op 22 maart vindt de informatiebijeenkomst "Grenzeloos Meten" plaats. De bijeenkomst is voor iedereen die meer wil weten over de luchtkwaliteit in onze regio én wil bijdragen om dit beter in kaart te gaan brengen.

Een goede luchtkwaliteit is namelijk belangrijk voor een gezonde en fijne leefomgeving. De bijeenkomst wordt georganiseerd door gemeente Horst aan de Maas, gemeente Peel en Maas, gemeente Venray en provincie Limburg die samen één regionaal meetnetwerk gaan inrichten. Met dit regionale netwerk wordt het mogelijk om meer inzicht te krijgen in de lokale luchtkwaliteit. Het meten van fijnstof en geur staat in dit project centraal.

Wethouder Thijs Kuipers: "Met Grenzeloos Meten zetten we de eerste stappen naar een regionaal dekkend meetnetwerk. Hiermee krijgen we een beter beeld van de werkelijke luchtkwaliteit en kunnen we betere keuzes maken om de luchtkwaliteit te verbeteren."

Fijnstofmeters bij inwoners en ondernemers
Verspreid over de drie gemeenten komen fijnstofsensoren die drie jaar meten. De gemeenten zijn op zoek naar inwoners én ondernemers die willen deelnemen aan het meetnetwerk. De deelnemers krijgen een sensor in de tuin om ter plekke fijnstof te meten. De regio streeft daarbij naar een gelijke verdeling van de meetpunten.

Meer inzicht in lokale luchtkwaliteit
Met het project "Grenzeloos Meten" zetten de gemeenten samen met de provincie de eerste stappen voor een regionaal dekkend meetnetwerk. Luchtkwaliteit is namelijk niet gebonden aan grenzen. Het inzicht in de lokale luchtkwaliteit maakt het mogelijk om het beleid beter af te stemmen op de omgeving.

Aanmelden bijeenkomst Grenzeloos Meten 22 maart
Inwoners en ondernemers die meer willen weten over het project Grenzeloos Meten, of interesse hebben in meetapparatuur voor fijnstof kunnen zich aanmelden voor de bijeenkomst. De bijeenkomst vindt plaats op 22 maart in de Turfhoeve (Midden Peelweg 1, 5975 MZ Sevenum). De inloop is vanaf 19:00 uur, het inhoudelijke programma start om 19.30 uur en duurt tot ongeveer 21.30 uur.

Aanmelden is mogelijk tot en met 20 maart via https://www.horstaandemaas.nl/startbijeenkomst

Bart Alards van Diepwater uit Wanssum is donderdagavond benoemd tot Starter van het jaar 2022. De verkiezing vond dit jaar plaats in hotel Asteria in Venray waar de Starters van het Kwartaal 2022 hun bedrijf presenteerden.

Behalve Bart, waren ook Roy Spronck van Spronck Design, Peter Heijnen met Business Process Analytics en Mike van Gaal met Totalplast kanshebbers voor de titel.

De ondernemers in het publiek kozen uiteindelijk Bart Alards tot Starter van het Jaar 2022. Wethouder Wim de Schryver van de gemeente Venray mocht hem als winnaar onthullen. Hij ontving een cheque van € 1.500,- die hij mag investeren in zijn bedrijf.
Wim De Schryver: “Ik ben blij te zien dat er ook het afgelopen jaar weer nieuw en enthousiast ondernemersbloed is bijgekomen in de regio Venray en Horst aan de Maas. Dat is zo belangrijk om onze lokale economie draaiende te houden. Als gemeenten willen we startende ondernemers vooral aanmoedigen een stap te zetten. En we hopen natuurlijk ook dat ze een mooi voorbeeld zijn voor anderen.”

Diepwater
Winnaar Bart Alards is zijn onderneming Diepwater gestart vanuit zijn passie voor het aanleggen van hoogwaardige zwembaden. Met ruim tien jaar ervaring in de top van de zwembadbranche weet Bart als eigen baas precies wat er nodig is voor het creëren van een fantastisch eindresultaat: een zwembad met klasse. Bart is gek op de techniek en streeft erna om voor elke klant het perfecte zwembad te realiseren. Hij begeleidt hierbij het hele aanleg traject van A tot Z, want iedere klant heeft natuurlijk eigen specifieke wensen.

Nieuwe opzet
Starter van het Jaar is een initiatief van de gemeente Venray, gemeente Horst aan de Maas, Rabobank Noord-Limburg, de Horster ondernemersvereniging O-twee en het Venrays Ondernemers Platform. “De afgelopen jaren hebben we met de verkiezing voor de starters van het kwartaal en het jaar startende ondernemers in de regio een steuntje in de rug gegeven. Op dit moment zijn we met elkaar aan het nadenken over een nieuwe opzet van dit initiatief. Mogelijk zoeken we daarbij de verbinding met andere bestaande initiatieven, zoals de Venrayse ondernemersprijzen,” aldus wethouder De Schryver.

Eline Elfring van basisschool van de Petrus Bandenschool in Venray heeft vrijdag 10 maart het Kinderdebat Venray 2023 gewonnen. Zij mag zich de beste jonge debatterende van Venray noemen.

Basisschool Coninxhof ging met de prijs voor best debatterende basisschool aan de haal. Tijdens het kinderdebat worden kinderen in een vroeg stadium enthousiast gemaakt voor politiek. Kinderen leren daarnaast hoe het is om na een goed debat te komen tot een gezamenlijk besluit.

Vijf stellingen

De kinderen voerden het woord over uiteenlopende thema’s op het gebied van gezondheid, duurzaamheid, onderwijs en democratie. Er zijn vijf stellingen besproken:

- Iedere inwoner van Venray mag maximaal 2 nieuwe kledingstukken per maand kopen.

- Elke school krijgt verplicht een schooldier.

- Elk kind moet groente en fruit eten op school, dat krijgen ze gratis.

- Elk kind mag zelf kiezen welke lessen hij/zij volgt op school.

- In Venray mag je vanaf je 14e stemmen.

Voorbereiding door raadsleden

De kinderen kregen in de voorbereiding hulp van leden van de Venrayse gemeenteraad. Zij adviseerden de kinderen over het opstellen en aandragen van voor- en tegenargumenten en gaven hen les in spelregels, zoals spreken via de voorzitter.

Debattalent

Het kinderdebat is een manier om kinderen te leren discussiëren. Wethouder Martin Leenders sprak van een interessante ochtend: “Aan debattalent hebben we duidelijk geen gebrek in Venray. Het is heel mooi om te zien dat de kinderen uiteindelijk tot gezamenlijke besluiten over de stellingen kwamen. Een besluit kan immers ook genomen worden als niet iedereen het er helemaal mee eens is. De meerderheid beslist in een democratie en daar zijn deze kinderen zich heel goed van bewust.”

Greenpeace demonstreert bij Rabobank en plakt rekening voor de stikstofcrisis op meer dan 100 filialen. Ook het filiaal in Venray, Venlo en Beugen zijn beplakt.

Actievoerders van Greenpeace Nederland demonstreerden maandagmorgen voor het hoofdkantoor van Rabobank in Utrecht, om de verantwoordelijkheid van de bank in de stikstofcrisis onder de aandacht te brengen. Daarnaast zijn Rabobank-filialen door het hele land die nacht beplakt met posters met de tekst: “Rabo-schade, nu betalen. Laat Rabobank betalen voor de stikstofcrisis”.

De “boerenbank” stak jarenlang geld in de schaalvergroting van veehouderijen, terwijl duidelijk was dat het houden van zoveel vee in Nederland schadelijk is voor de natuur. Greenpeace eist dat Rabobank meebetaalt aan de oplossing voor de stikstofcrisis.

Rabobank-schade

Rabobank financiert 85% van de bedrijven in de landbouwsector en speelt hierin een dominante rol. Decennialang heeft Rabobank boeren gestimuleerd om hun bedrijven op te schalen en productie te intensiveren. Dit ‘Rabo-model’ gericht op massaproductie voor de wereldmarkt, is niet alleen slecht voor klimaat en natuur, maar werkt ook voor veel boeren niet. De boerenstand is de afgelopen twintig jaar bijna gehalveerd, boeren hebben hoge schulden en een deel van hen werkt onder het minimumloon.

Rabobank ziet vooral een oplossing in de financiering van technologische stalsystemen. Niet alleen is al vaker aangetoond dat deze technieken onvoldoende effectief zijn, ook gaan ze gepaard met hoge schulden voor boeren en wanneer er eenmaal wordt gewerkt met deze systemen, wordt de weg naar ecologische landbouw vrijwel onmogelijk. Lucratief voor Rabobank maar opnieuw ontbreekt een eerlijk toekomstperspectief voor boeren.

Profiteur moet meebetalen

Volgens Greenpeace moet de Rabobank verantwoordelijk worden gehouden voor maatschappelijke kosten die als gevolg van investeringen in de intensieve veehouderij zijn ontstaan. Niet alleen veroorzaakt de sector schade aan de natuur, ook de water- en luchtkwaliteit, het klimaat en dierenwelzijn staan onder druk. Dit kost de maatschappij alleen al zo’n 5,5 miljard euro per jaar. De economische schade van de stikstofcrisis is opgelopen tot 28 miljard euro. Daarbij komt nu 24,3 miljard euro aan belastinggeld voor het stikstoffonds. Een bedrag waarvan Provincies al hebben aangegeven dat dit bedrag nog niet voldoende is om een effectieve stikstof aanpak te financieren.

“Het is niet meer dan eerlijk dat Rabobank als profiteur meebetaalt aan het oplossen van de stikstofcrisis. Daarnaast moet de bank stoppen met de financiering van de vee-industrie en meer investeren in ecologische landbouw met minder vee”, stelt Meike Rijksen, campaigner biodiversiteit van Greenpeace.

Belastingbetaler draait op voor Rabo-rekening

De samenleving draait nu onterecht op voor de kosten die moeten worden gemaakt om de landbouwsector te hervormen, terwijl de bank hier jarenlang aan verdiend heeft. Een deel van het stikstoffonds van 24,3 miljard euro dat de overheid heeft gereserveerd voor de uitkoop van boeren, vloeit naar verwachting direct terug naar het afbetalen van de leningen bij de Rabobank. Daarmee wordt de noodzakelijke hervorming van de landbouw niet betaald door degene die ervoor verantwoordelijk is, maar door de overheid met belastinggeld van burgers.

Begin van acties tegen Rabobank

De actie van Greenpeace staat niet op zichzelf. Ook een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat banken en ketenspelers, zoals leveranciers en supermarkten, gaan meebetalen om de stikstofcrisis op te lossen. Ook minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft aangegeven een “niet vrijblijvende bijdrage van banken en ketenspelers te verwachten” in de transitie van de landbouwsector. Vooralsnog blijven concrete maatregelen door de minister uit en laat hij het aan banken en ketenspelers zelf om met plannen te komen. Volgens Greenpeace geven eerdere reacties van Rabobank onvoldoende vertrouwen dat de bank zelf substantieel gaat bijdragen.

“Als Rabobank niet over de brug komt, is de actie van deze week nog maar het begin”, zegt Meike Rijksen.

Menig voorbijganger die de voormalige fabriekshallen van Xerox aan de Maasheseweg in Venray passeert,  verwondert zich over de vele stadsbussen die daar op de parkeerplaats staan.

Deze zijn mede bedoeld voor het stadsvervoer in Berlijn en gebouwd door het Deurnese bedrijf Ebusco, de fabrikant van elektrische bussen. Zij heeft dinsdag een nieuwe productielocatie geopend in de voormalige bedrijfshal van Xerox aan de Maasheseweg te Venray. De locatie in Venray is ruim 25.000 m² groot, er werken 100 mensen in de eindinspectie en after sales.

Jong bedrijf

Ebusco is in 2012 opgericht in Helmond door Peter Bijvelds. Hier waren de werkplaats in een voormalige brandweerkazerne en het kantoor gevestigd in twee verschillende wijken van de stad. In september 2018 werd verhuisd naar Deurne, waar het bedrijf zich nestelde in een productiehal van ruim 7000 m², die inmiddels is uitgegroeid naar 21.000 m².

Vanwege de enorme groei van het bedrijf, de orderportefeuille telde eind vorig jaar een record van 1.474 bussen,  werd uitgezien naar een tijdelijke locatie in de nabijheid van Deurne. Vele medewerkers wonen namelijk in de directe omgeving van de huidige fabriek. Ook het personeelsbestand nam evenredig toe, eind vorig jaar had de busbouwer ruim 600 FTE op de loonlijst staan. Inalfa in Venray en Lightyear uit Helmond, bedrijven die het personeelsbestand moesten inkrimpen zijn debet aan de groei van het aantal medewerkers van het bedrijf. Het uiteindelijke doel waar Bijvelds naar streeft is 3000 bussen per jaar, die voornamelijk in Europa worden geproduceerd.

Ebusco heeft een driehoofdige directie, die bestaat uit voornoemde Peter Bijvelds, Bob Fleuren en Paul van Beers.

Ebusco 2.2

Het model Ebusco 2.2 is ontwikkeld in Nederland. Het casco van dit model wordt gebouwd in China. De specifieke onderdelen zoals de remsystemen van Knorr worden hoofdzakelijk in Europa ingekocht en gestuurd naar China waar de assemblage afdeling zit. Daarna gaat het geheel naar Deurne waar de voertuigen worden afgebouwd naar de eisen van de klant.

Paul van Beers, CFO sinds 2016 van Ebusco vertelt:  “Voor Ebusco was het een uitdaging om de potentiele klanten te overtuigen van de totale kosten van de traditionele dieselbussen ten opzichte van de nieuwe elektrische voertuigen. De aanschaf is weliswaar duurder maar over de gehele levensduur is de 2.2 goedkoper als de diesels.”

Ebusco 3.0

Vorig jaar werd een belangrijke stap gezet in het ontwikkelen van een bus model met een lichtgewicht casco van composiet materiaal. In 2019 werd de eerste Ebusco 3.0 bus van dit materiaal onthuld, dat betrof een bus met een lengte van 12 meter, in 2021 ontving deze bus de Europese typegoedkeuring. In 2022 werd ook de 18-meter uitvoering van de Ebusco 3.0 gelanceerd. Directeur operations Bob Fleuren is de bedenker van deze materialen, hij heeft jarenlang gewerkt in de luchtvaart waar het gebruik van lichte materialen veel wordt toegepast om het gewicht van de vliegtuigen zo laag mogelijk te houden. Tevens heeft composiet de eigenschap dat het goed isoleert. Een belangrijke voorwaarde mede voor de Scandinavische landen waar Ebusco al vele voertuigen heeft rijden. Ook komt dit gegeven ten goede aan de actieradius van de elektrisch voortgedreven voertuigen. Dit nieuwe model Ebusco 3.0 wordt volledig in Europa gebouwd, mede door de geheime samenstelling van het composiet.  Het heeft in de vloer geïntegreerde batterijen, daardoor een zeer laag zwaartepunt en is verkrijgbaar als 12-meter uitvoering, met als range tot 575 km. Ook is er een 18-meter uitvoering, die een bereik heeft tot wel 700 km, op één batterijlading. De 3.0 bus van 18 meter lang is lichter als de gemiddelde elektrische 12-meter bus.

Uitbreiding productiecapaciteit

Om de productie te kunnen verhogen gaat Ebusco een productiefaciliteit te leasen in een gedeelte van de Renaultfabriek in de Normandische stad Rouen. Deze locatie wordt na de zomer in gebruik genomen.