facebook omroepvenray twitter omroepvenray linkedin omroepvenray instagram omroepvenray youtube omroepvenray
april 25, 2025

IDO banner

VACATURES BIJ OMROEP VENRAY
Bekijk ze hier!

     
Gemist kijk live luister live

Speciaal voor groep 8-leerlingen organiseert Metameer masterclasses tweetalig onderwijs. Deze kinderen kunnen in een middag op een leuke manier ervaren hoe het voelt om in het Engels les te krijgen.

De masterclasses zijn te volgen woensdag 9 februari op locatie jenaplan Boxmeer en woensdag 16 februari op locatie Stevensbeek. Op de locatie Stevensbeek is er een masterclass tweetalig havo/vwo. Bij locatie jenaplan Boxmeer is er een masterclass voor tweetalig vmbo, tweetalig vmbo-t/havo en een masterclass voor tweetalig havo/vwo.

 Veel kinderen kiezen voor tweetalig onderwijs na hun ervaring met de masterclass. Het is leuk en spannend in het begin om meteen Engels te praten. Docenten helpen je goed het juiste woord te vinden en goed uit te spreken. Ze leggen uit op een manier zodat jij het snapt.

 Tweetalig onderwijs is méér dan alleen Engels spreken. Je leert meer over de wereld om je heen. Je werkt veel samen en komt in contact met leerlingen uit het buitenland tijdens leuke projecten. Dagmar Sampers, tweetalig jenaplan Boxmeer: "Tto was een goede keuze en ik leer er veel van, tto is een aanrader."

 Kijk op Metameer.nl om je aan te melden. Ook vind je daar meer informatie over tweetalig onderwijs op Metameer.

Op de foto ziet u kinderen van groep acht die ervaren tijdens een Metameer masterclass of tweetalig onderwijs bij ze past.

Gepubliceerd in Overige plaatsen

Vrijdagmiddag heeft een auto vlam gevat op de A73 in zuidelijke richting nabij Smakt.

De brandweer kwam ter plaatse maar kon niet voorkomen dat de auto volledig uitbrandde. De inzittenden, een gezin met kind konden zich tijdig in veiligheid brengen Wel haalden ze snel nog wat spullen uit de auto. De politie zette de weg helemaal af zodat de brandweer veilig kon werken Hoe de brand is ontstaan is niet duidelijk Er vielen geen gewonden

 

Gepubliceerd in Nieuws

Om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren is een Flexibel Regionaal Interventie Team (FRIT) opgezet. Het gaat om een pilot project van één jaar in de regio Noord-Limburg.

Opdrachtgever is de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA)[1]. Het FRIT richt zich op de aanpak van misstanden rondom arbeidsmigranten waarbij werkgevers, inleners, uitzenders, arbeidsbemiddelaars en huisvesters van arbeidsmigranten zijn betrokken.

 Voor de arbeidsmigranten is het belangrijk dat ze op een goede en veilige wijze worden gehuisvest, passend binnen de wet- en regelgeving. Daarnaast is het van belang dat ze weten wat hun rechten en plichten zijn in Nederland, dat ze niet uitgebuit worden en dat de werkomstandigheden voldoen aan de normen die wij hieraan in Nederland stellen. De inzet van het FRIT is gericht op huisvesters, uitzenders, arbeidsbemiddelaars, werkgevers en inleners die hierin niet hun verantwoordelijkheid nemen en daarmee regels overtreden.

 Preventie

Het FRIT opereert onder de vlag van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI). De LSI is een samenwerkingsverband tussen landelijke ketenpartners, waaronder het Openbaar Ministerie (OM), Politie, de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), Sociale Verzekeringsbank (SVB), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Belastingdienst MKB, Toeslagen en de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). De afspraken over de samenwerking zijn vastgelegd in een convenant. Onder het landelijk convenant werken partners, in wisselende samenstelling, samen aan een integrale en preventieve aanpak van sociaal maatschappelijke problematiek op een aantal vastgestelde thema's. De algemene doelstelling van de LSI is het voorkomen en terugdringen van belasting-, premie-, uitkeringsfraude en misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagen alsook overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden.

 [1] Voorheen Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SZW, sinds 1 januari de Nederlandse Arbeidsinspectie).

 

Gepubliceerd in Nieuws

 Niet de grootte van de tuin, maar vooral de bloemen en planten die erin staan, maken het verschil voor insecten, vogels, vlinders en ander leven, zo blijkt ook nu weer uit Engels onderzoek.

Dit betekent dus dat vrijwel iedereen iets kan doen voor de natuur, ook al heb je een piepkleine achtertuin of alleen maar een balkonnetje. Want die zingende merel, waarmee het de laatste jaren steeds slechter gaat, wil toch iedereen blijven horen?

IVN Natuureducatie roept iedereen die iets wil betekenen voor de afnemende biodiversiteit dan ook op om te beginnen bij de eigen tuin of balkon. Want tel je al die tuinen in Nederland bij elkaar op, dan heb je het grootste Nationaal Park van het land. Natuurlijk hoef je geen edelhert in je tuin te verwachten, maar er zijn een heleboel kleine beestjes die ontzettend belangrijk zijn voor ons ecosysteem. Het is verbazingwekkend hoeveel leven je op slechts een vierkante meter kan tegenkomen als je de natuur de ruimte geeft.

Zaai je bijvoorbeeld de prachtig bloeiende ‘wilde marjolein’, dan kun je een vlinder als de dagpauwooog en ook de wilde bij verwachten. En met een klein visloos poeltje - een bak van 500 liter is al genoeg - kun je soorten als de kleine watersalamander succesvol laten voortplanten in je eigen tuin. Dat watertje is bovendien ook goed voor libellen en waterjuffers.

Help de merel en de pad

Maarten Bruns, werkzaam als product-marktmanager bij IVN Natuureducatie (Instituut voor Natuureducatie) vertelt: "Veel mensen willen graag vogels in hun tuin. Volkszanger René Froger wist al heel vroeg wat een mens gelukkig maakt: een zingende merel en een verse kopje thee. Maar geef deze vogels dan ook een plekje om zich veilig te voelen, zich voort te kunnen planten en zorg voor iets te eten. Een merel doet niets liever dan in de border rondscharrelen naar insecten. Die merel verdient namelijk sowieso onze aandacht, want de populatie is de laatste jaren in ons land met wel dertig procent achteruit gehold. Hopelijk worden er komend weekend tijdens de Nationale Tuinvogeltelling weer wat meer gesignaleerd, maar ik houd mijn hart vast."

Ook met de gewone pad gaat het niet goed. Daarvan zijn er zelfs veertig procent minder dan een paar jaar geleden. Het wordt tijd dat we dit tij gaan keren en iedereen kan daarbij helpen. Bloeiende tuinen en balkons kunnen echt een wezenlijke bijdrage leveren. Gooi die tegels er dus uit en geef de natuur de ruimte.

Gepubliceerd in Overige plaatsen

In juli 2021 zorgde extreme wateroverlast in Duitsland, België en Limburg voor een snelle stijging van het waterpeil in de Maas en zijrivier de Roer. Dit zorgde in regio Limburg-Noord voor grote wateroverlast in de 13 gemeenten aan deze rivieren. In de leerevaluatie Hoogwater Maas en Roer staat wat er goed ging bij de bestrijding van het hoogwater afgelopen zomer en welke verbeterpunten er zijn voor de crisisorganisatie van Veiligheidsregio Limburg-Noord.

Hoogwater in de zomer

Het hoogwater in juli 2021 was een uitzonderlijke situatie, niet alleen de Maas maar ook de zijrivieren liepen vol. Door de extreme regenval in de Eifel, Ardennen en Limburg bereikten de Maas en Roer in korte tijd een uitzonderlijk hoog waterpeil, iets wat niet eerder voorkwam in de zomer. Dit bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo werden de uitwaarden gebruikt voor recreatie (campings) en het grazen van vee. Ook had de begroeiing, die normaal in de winterperiode minimaal is, invloed op de stroming en ruimte voor het water. Daarnaast zorgde het zomerse weer voor ramptoerisme. Het was ook de eerste keer dat de Maaswerken werden getest. Dit alles zorgde voor een ander hoogwater dan in 1993 en 1995.

Externe evaluatie

Het onderzoek naar de hoogwaterramp is extern uitgevoerd door het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT). Uit analyse van alle documenten, waaronder het belevingsonderzoek en lokale evaluaties van o.a. dorpsraden en vele interviews met betrokkenen hebben zij gekeken naar de uitdagingen die ontstonden bij dit hoogwater en de manier waarop de crisisorganisatie van Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) daarmee om is gegaan. De aanbevelingen worden door de veiligheidsregio en alle crisispartners gebruikt om van te leren en te verbeteren.

Houd zaken vast die goed verliepen

De crisisorganisatie maakte snel de inschatting dat de hoogwatercrisis steeds op meerdere plekken in een andere fase zou zijn. Deze keuze voor flexibele opschaling en lokale besluitvorming waar nodig werkte daarom goed, zo blijkt uit het onderzoek. “Het denken in scenario's tijdens de crisis zorgde ervoor dat we steeds vooruit konden werken,” vertelt Jac Rooijmans, directeur VRLN. “We informeerden de gemeenten over de verschillende hoogwaterscenario's waar zij rekening mee moesten houden. De gemeenten wisten vervolgens welke maatregelen hoorden bij welk scenario".

De regio investeerde in een capabele organisatie met uithoudingsvermogen door ook crisisfunctionarissen van buiten de regio in te zetten, om zo de eigen teams niet te zwaar te belasten. Deze mensen waren immers in de eigen gemeente hard nodig. Rooijmans kijkt dankbaar terug op de samenwerking met collega's uit het land: “Op onze vraag om ondersteuning werd hartverwarmend gereageerd. Omdat we werken volgens algemeen bekende standaarden konden collega's uit andere regio's meteen meedraaien en voelden ze zich thuis in onze teams. Zo konden onze eigen mensen met een gerust gevoel af en toe even rust pakken, wat ontzettend waardevol is in een crisis die dagenlange inzet vraagt.”

De afstemming van de communicatielijnen tussen regionaal en lokaal verliep goed, concludeert het COT. De veiligheidsregio communiceerde over het regionale beeld en deelde de kernboodschap en Q&A's die gemeenten zelf konden aanvullen en plaatsen op eigen kanalen. Dit kan verder verbeterd worden door de kennis van crisiscommunicatie in de gemeenten te vergroten en door steeds oog te houden voor de lokale verschillen en behoeften bij bewoners.

Verbeter de informatie

De evaluatie van het COT laat zien dat naast zaken die goed gingen, er ook punten van verbetering zijn. Zo kan de informatie over waterstanden, overloopgebieden en zwakke plekken met mogelijke maatregelen beter uitgewerkt worden. Dit begint met het samenvoegen van de beelden van Rijkswaterstaat en het Waterschap. Daarnaast is het belangrijk om deze informatie sneller en duidelijker te delen met gemeenten en inwoners. Bijvoorbeeld door niet te praten over de stroomsnelheid in m3, maar dit te vertalen naar hoe hoog het water komt. Maak een duidelijk plan voor het opstellen van een goed waterbeeld en mogelijke scenario’s van wat die waterstand per gemeente betekent, zodat de risico’s beter in beeld zijn en lokaal eerder passende maatregelen voorbereid kunnen worden.

Betrek inwoners bij verbetering van lokale plannen

Tijdens de hoogwatercrisis riep de voorzitter van de veiligheidsregio inwoners op om ook zelf maatregelen te nemen en elkaar te helpen. Hieraan werd massaal gehoor gegeven en deze lokale initiatieven werden waar mogelijk actief ondersteund. Regionaal en lokaal was er echter geen plan voor de inzet en coördinatie van burgerinitiatieven, zo blijkt uit de evaluatie. Daarnaast hadden de inwoners behoefte aan meer informatie over wat ze zelf konden doen. Het COT adviseert: Breid de huidige lokale hoogwaterplannen van de gemeenten uit met kaarten van evacuatiegebieden en heldere instructies waar inwoners bij een crisis mee aan de slag kunnen. Betrek dorpsraden, lokale ondernemers en verenigingen vooraf bij deze plannen, zodat saamhorigheid wordt versterkt en de initiatieven van inwoners meer effect hebben.

"Deze en ook de andere aanbevelingen uit de evaluatie helpen ons, om samen met onze crisispartners en gemeenten, onze regionale crisisorganisatie verder te verbeteren. De leerpunten uit deze evaluatie worden opgepakt door de operationele mensen in onze crisisorganisatie. Daarnaast zal het COT de verschillende hoogwaterevaluaties ‘op elkaar leggen’ om zo de gezamenlijke leerpunten nog beter in beeld te brengen,” besluit Rooijmans.

Gemeente Venray

De gebeurtenissen in de gemeente Venray uitgelicht:

De gemeente Venray verwachtte niet dat de Maas over de dijk zou treden. Vanaf vrijdag 16 juli 2021 gold wel een noodverordening voor de dorpen Blitterswijck, Wanssum en Geijsteren. Evacuaties van deze dorpen waren op dit moment niet aan de orde. Bewoners van 22 buitendijkse woningen werden echter wel verzocht te evacueren. Verschillende campings die direct langs de rivieren liggen, waaronder camping Landgoed Geijsteren, werden eveneens geëvacueerd. In overleg met het ROT werd de Parallelbaan Koninginnebrug afgesloten. Op verzoek van de regio werd de locatie bij het parkeerterrein Wanssum ingericht voor het vullen en distribueren van zandzakken. De gemeente bood 250 Big Bags aan voor gemeenten die dit nodig hebben.

De volledige rapportage, een publieksversie en filmpje met een overzicht van de gebeurtenissen per gemeente is te vinden op www.vrln.nl

Gepubliceerd in Nieuws

Zaterdag 15 januari 2022 is op 83-jarige leeftijd producer, muzikant en arrangeur Jan Theelen overleden. Hij was al enige tijd ziek.  Op zesjarige leeftijd begon hij met het bespelen op een accordeon. Hij begon later als pianist zijn carrière als professioneel beroepsmuzikant.

Hij werkte samen met artiesten als Tom Manders (Dorus), Gilbert Becaud, Corry Brokken, Lori Spee en Jan Boezeroen. In 1975 nam Joost Nuissl in zijn studio in de kelders van het Sint Anna in Venray het lied 'Ik Ben Blij Dat Ik Je Niet Vergeten Ben' op. Nuissl zong dit lied samen met de harmonie en het dameskoor uit Broekhuizenvorst. Hij woonde daar toen. Het lied kwam tot nummer zes in de Nationale Hitparade en op nummer zeven in de Nederlandse Top 40.

De muziekstudio van Jan Theelen Studio Venray zat eerst op de Jan Hensenstraat in Venray. Later verkaste deze naar het Sint Anna aan de Noordsingel in Venray, en weer wat later naar Munstergeleen.  

Hij arrangeerde en produceerde ook tal van carnavalsliedjes, van zowel Venray als Venlo. Ook voor het LVK. En hij arrangeerde het Zeskamplied van de succesvolle Zeskamp en Spel zonder Grenzen ploeg uit Venray in 1972.

In 2007 was Theelen winnaar van de Oeuvre-Priès van 't Limburgs Leed (Oeuvre prijs van het Limburgse Lied). Zijn overlijden is vrijdag pas bekendgemaakt door zijn familie. De uitvaart heeft inmiddels plaatsgevonden.

Gepubliceerd in Nieuws

 Na bijna twee jaar corona missen kerkgangers het fysieke samenkomen in de kerk het meeste. Dat blijkt uit een onderzoek van Actie Kerkbalans dat vrijdag is gepresenteerd. Bijna de helft van de ondervraagde gelovigen noemt het fysiek aanwezig zijn bij vieringen als grootste gemis. Dit is een opvallend verschil met vorig jaar, toen het samen zingen het meest werd gemist.

 Het afgelopen jaar volgde de meerderheid van de kerkgangers vieringen van hun parochie online. Twee derde vond dit prettig, maar toch blijkt er een duidelijke voorkeur voor fysiek samenkomen. Deze voorkeur is sterk toegenomen in vergelijking met 2020. Maar liefst 48% van de gelovigen noemt fysieke aanwezigheid als het grootste gemis in coronatijd, ten opzichte van 34% in 2020. Samen zingen, wat vorig jaar het meest werd gemist, wordt dit jaar door 39% van de kerkleden genoemd als belangrijkste gemis. Daarna volgt de ontmoetingen met medekerkleden (28%).

Duidelijk signaal

“De uitkomst van het onderzoek is een duidelijk signaal dat veel kerkgangers de contacten die ze hebben via hun kerk, missen”, aldus Anna Kruse, woordvoerder van Actie Kerkbalans. “De kerk voorziet in een behoefte van kerkbetrokkenen om elkaar te zien, betrokken te zijn bij elkaar, samen het geloof te delen en de sacramenten te vieren. Juist het ‘samen kerk-zijn’ heeft grote waarde. In coronatijd is dit minder mogelijk. Nu de crisis langer duurt, gaan parochianen dan ook vooral het contact en de betrokkenheid bij elkaar meer missen.”

 Fysiek boven livestream

Vieringen via de livestream worden gewaardeerd. Zo’n 47% van de kerkgangers volgt diensten online en 69% van deze mensen heeft dit als prettig ervaren. Toch wil 45% van deze groep bij voorkeur niet op digitale wijze betrokken blijven. “Dit laat zien dat kerkgangers digitale vieringen waarderen wanneer het niet anders kan, maar liever terugkeren naar fysieke samenkomsten zodra de crisis voorbij is”, aldus Kruse. Van alle respondenten geeft 63% de voorkeur aan het fysiek samenkomen. Van de kerkleden die regelmatig (minstens eens per maand) naar de kerk gaan, is dit zelfs 90%.

 Digitale voordelen behouden

Er zijn ook onderdelen van kerk-zijn in coronatijd die kerkgangers graag zouden behouden. Bijna 40% van de kerkgangers vindt het prettig ook in de toekomst kerkdiensten op een ander moment te kunnen terugkijken of -luisteren. 33% wil digitaal kunnen blijven meeleven met kerkdiensten en 21% wil blijven collecteren via een app of QR-code.

 Actie Kerkbalans

De resultaten komen voort uit onderzoek dat onderzoeksbureau Citisens in opdracht van Actie Kerkbalans uitvoerde onder zo’n 2.000 leden van de vier betrokken kerkgenootschappen. Actie Kerkbalans is een gezamenlijke actie van de Rooms-katholieke Kerk, de Protestantse Kerk, de Oudkatholieke Kerk en de Evangelische Broedergemeente. Met de actie vragen zij hun leden jaarlijks een financiële bijdrage voor de eigen parochie of gemeente.

 In het onderzoek werden gelovigen ook gevraagd naar hun betrokkenheid bij Actie Kerkbalans. Bijna alle deelnemers (93%) zijn bekend met Actie Kerkbalans en driekwart vindt de actie belangrijk voor de toekomst van hun kerk of parochie. Kerkgangers geven vooral graag voor hun plaatselijke kerk en dan met name voor concrete doelen zoals het gebouw en de pastorale beroepskrachten. Daarnaast blijkt dat veel leden (44%) het heel belangrijk vinden als hun kerkbestuur laat weten waar giften voor zijn gebruikt.

Gepubliceerd in Nieuws

Bewoners en ondernemers in het Henseniuskwartier (wijk Langstraat-Paterslaan-Henseniusstraat) in Venray vinden het een goed idee als er cameratoezicht komt in de wijk en als de straatverlichting verbetert.

Deze maatregelen dragen positief bij aan het gevoel van veiligheid in de buurt, zo blijkt uit de resultaten van de enquête die de gemeente eind 2021 hield onder inwoners en ondernemers in de wijk. De gemeenteraad neemt op 15 februari een besluit over mogelijke maatregelen om het woon- en leefklimaat in de wijk te verbeteren.

Al langer is de gemeente met een groep betrokken bewoners en ondernemers in gesprek over maatregelen en proefprojecten om de veiligheid en leefbaarheid in het Henseniuskwartier te verbeteren. Diverse voorstellen die met deze groep zijn besproken zijn eind 2021 via een enquête voorgelegd aan alle bewoners in de wijk. 141 Bewoners en ondernemers hebben de vragenlijst ingevuld.

Cameratoezicht en betere straatverlichting

Een ruime meerderheid van de respondenten geeft aan dat er maatregelen nodig zijn om het wonen en werken in de wijk te verbeteren. Cameratoezicht en het verbeteren van de straatverlichting zijn twee maatregelen die hoog scoren en bijdragen aan het veiligheidsgevoel in de wijk. Bewoners verwachten dat er met deze maatregelen minder gedeald wordt, minder zwerfaval gedumpt en minder vandalisme zal zijn.

Autovrij

Een van de proefprojecten die via de enquête is voorgelegd aan de bewoners, is het autovrij maken van de Henseniusstraat tussen 17:00 en 20:00 uur. Dit zijn de tijden waarop er erg veel verkeer door de straat gaat. Zo'n 40% van de bewoners in de wijk verwacht dat het hierdoor rustiger wordt en dat de verkeersoverlast afneemt. Bewoners die buiten het gebied wonen, denken juist dat de verkeersbewegingen zich dan gaan verplaatsen naar de Paterslaan en de Kruisstraat.

Parkeren

Over het parkeren is verdeeldheid in de wijk en in de directe omgeving. Het invoeren van vergunningparkeren leidt tot betere parkeermogelijkheden voor bewoners, denkt 38%. Vooral de bewoners in de directe omgeving van het gebied geven aan deze maatregel belangrijk te vinden. 32% Twijfelt wel over het effect van deze maatregel wanneer er niet gehandhaafd wordt. Over het herinvoeren van betaald parkeren zijn de bewoners in de wijk minder enthousiast in tegenstelling tot bewoners in de directe omgeving.

Bijna de helft van de bewoners in de directe omgeving vindt het invoeren van betaald parkeren een belangrijke maatregel. Over het stimuleren van het gebruik van de parkeergarage Centrum is het merendeel van de bewoners (67%) niet enthousiast. De parkeergarage ligt te ver weg van de woning of onderneming, zo geeft de groep aan. Ook een goedkoper abonnement trekt bewoners niet over de streep om de auto in de parkeergarage te zetten.

In de enquête geven veel bewoners ook de tip mee om de coffeeshops te verplaatsen. Dat is geen eenvoudige maatregel en vraagt om aanvullend onderzoek. Ook hierover zal de gemeenteraad op 15 februari spreken.

Gepubliceerd in Nieuws

De besturen van S.V. Lottum en GFC’33 uit Grubbenvorst zijn er in geslaagd een nieuwe hoofdtrainer te werven voor komend seizoen.

 Vanaf augustus 2022 is Ruud Jenneskens (39) uit Venray de eerste coach van het gezamenlijke eerste elftal mannen van beide clubs. Ruud is momenteel nog trainer van 3e klasser Ysselsteyn, in combinatie met de functie van hoofd jeugdopleiding bij SV Venray.

 Ed Peters, bestuurslid technisch zaken bij GFC’33 is verheugd: “Met Ruud halen we een ervaren trainer binnen, een echt voetbaldier. We zijn heel blij dat Ruud het nieuwe vlaggenschip van beide clubs onder zijn hoede wil nemen en er één groep van wil gaan smeden”.

 Dat wordt bevestigd door zijn Lottumse collega-bestuurder en tevens selectiespeler Lukas Vostermans: “Ruud is met UEFA A hoog opgeleid en mag zelfs assistent zijn in het betaald voetbal. Toch kiest hij bewust voor clubs op een wat lager niveau waar hij wat neer kan zetten. Alle spelers die met Ruud gesproken hebben zijn dan ook erg enthousiast”.

 Op de foto ziet u Links penningmeester Wilco Claessen van sv Lottum, midden Ruud Jenneskens en rechts penningmeester GFC'33 Rens van Dooren.

Gepubliceerd in Voetbal

Deze week in HALLO Venray:

- Werkgroep Bernhardstraat blijft zich verzetten tegen bouwplan

- Rem op toename activiteiten in Vlakwaterbos

- Leegstand in winkelcentrum neemt licht af

En uiteraard nog veel meer.

U kunt het blad ook online lezen op: http://hallo-venray.nl/

Bezorgklachten

Heb je het nieuwsblad HALLO niet ontvangen, dan kun je dat aan het verspreidingsbureau Garçon doorgeven via het klachtenformulier op de website van Garçon: www.garcon.nl

Gepubliceerd in Nieuws