Zelftesten en mondmaskers voor sociale minima
Zelftesten en mondneusmaskers (chirurgische mondneusmaskers type IIR) worden vanaf half februari 2022 kosteloos beschikbaar gesteld aan alle gemeenten in Nederland om deze uit te delen aan mensen met lage inkomens en in het kader van de wijkgerichte aanpak (zoals ook benoemd in de Kamerbrief van 12 november 2021).
Gemeenten ontvangen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) volgende week bericht waarin zij geïnformeerd worden over hoe zij de zelftesten en mondneusmaskers kunnen bestellen en vanaf wanneer de zelftesten en mondneusmaskers geleverd kunnen worden. Het is niet mogelijk om de zelftesten eerder op te halen.
Het kabinet vindt het belangrijk om via gemeenten zelftesten en mondneusmaskers beschikbaar te stellen aan mensen met een laag inkomen. Zij kunnen financiële drempels ervaren voor het gebruik van zelftesten en mondneusmaskers.
Gemeenten dragen zelf zorg voor het verspreiden van de mondmaskers en zelftesten aan mensen met een laag inkomen. Het aantal zelftesten en mondmaskers dat elke gemeente kan bestellen heeft een maximum, en is berekend op basis van het aantal mensen in de gemeenten met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. In totaal kunnen er 10 miljoen zelftesten en 10 miljoen mondneusmaskers besteld worden tot 1 mei. Dit betekent dat er tot 1 mei grofweg zes zelftesten en zes mondneusmaskers per persoon beschikbaar worden gesteld.
Daarnaast zijn 30 gemeenten geïdentificeerd voor een wijkgerichte aanpak op basis van onder andere een lage vaccinatiegraad en hoge aantal besmettingen. De verwachting bestaat dat deze gemeenten een verschil kunnen maken met een wijkgerichte aanpak voor vaccineren en testen in het beschermen van mensen. Deze zelftesten kunnen breder uitgedeeld worden dan alleen aan mensen met een laag inkomen, namelijk onder de gehele bevolking van deze gemeenten. Voor deze gemeenten kunnen er in totaal 5,5 miljoen zelftesten en 5,5 miljoen mondneusmaskers besteld worden tot en met 1 mei.